donderdag 11 augustus 2011

Jennifer Long's lezing over integratie, thuisvoelen en superbewoners

Al langer stond het bericht op stapel over de voordracht die Jennifer Long in mei heeft gegeven over haar afstudeer-onderzoek als student antropologie.

Jennifer is Canadese en heeft een jaar in Nederland gewoond voor haar onderzoek. De hieronder staande cursieve teksten zijn afkomstig uit haar lezing.
Toen ik aankwam in Nederland in september 2009, begreep ik dat ik als een niet-autochtoon, niet-Nederlands sprekende vrouw in een unieke positie was, waar vanuit ik mijn onderzoek kon uitvoeren. Ik begon de taal te leren en leerde de omgeving kennen door de ogen van een ‘buitenstaander’.

Zoals antropologen dat de laatste eeuwen deden in o.a. Afrika, Azië en Zuid-Amerika. 'Inboorlingen' werden bestudeerd. Wij waren Jennifer's inboorlingen.


Zij vertelde - in goed Nederlands met een charmante Engelse tongval - over haar onderzoek en over wat haar is opgevallen.
Sinds de moord op Theo van Gogh in 2004…. zijn de politieke debatten in de media over het onderwerp van immigranten en hun integratie in de samenleving verschoven naar een discussie over het omgaan met andere culturele waarden. Het resultaat van deze discussie is de vraagstelling over de verenigbaarheid van buitenlandse waarden met Nederlandse culturele waarden. Het is in deze context, dat ik met mijn onderzoeksproject probeer te begrijpen hoe bewoners van Rotterdam in het dagelijks leven met elkaar omgaan.

Alles bij elkaar heeft berichtgeving in de media er voor gezorgd, dat moslims als een bevolkingsgroep gezien worden die onrust veroorzaakt, zeker bij mensen die in hun buurt geen of weinig contact hebben met bewoners van buitenlandse afkomst. Ondanks dit alles, vond ik vanuit mijn eigen ervaring hier in de buurt weinig bewijs van een dergelijk cynisme en wantrouwen.

Typisch Hollandse gewoonte. Koekjes bij de koffie. Voer voor antropologen?

Het onderzoek

Ik begon mijn onderzoek toen een buurman mij hielp om contact te leggen met Wilskracht Werkt en vroeg of ik kon helpen met de ‘vrijdagochtend fietsles’ in Buurtcentrum Bergpolder. Daar was ik als vrijwilligster fietsinstructeur en later huiswerkbegeleider en heb ik ook Engelse les gegeven. Ik was deelnemer aan kringgesprekken, creatieve workshops, vakantieactiviteiten en de vrouwen-koffie en ontbijtsessies op wekelijkse basis.

Wil Roode van Wilskracht Werkt tijdens de fietscursus.

Eenmaal per week heb ik deelgenomen aan de inburgeringcursus in het Buurtcentrum. Het was ook een ontmoetingsplaats voor commissies, bijvoorbeeld die van ‘schoon, heel en veilig’ en voor het buurtschouwen.

In aanvulling op het Buurtcentrum werd BOL, de werkplek van de Bewonersorganisaties van Liskwartier en Bergpolder, een belangrijke plaats voor mij. Hier was ik was deelnemer in de stuurgroepen van het Liskwartier, de Vrienden van de Hofpleinlijn, de planningcommissie voor de 5 mei viering en de klankbordgroep van Bergpolder-Zuid. Ik heb ook deelgenomen aan gebeurtenissen die af en toe plaatsvonden, zoals het culturele podium in de Bergsingelkerk of het culturele debat en de milieufilms op De Samaritaan. Ik woonde de koninginnedag-vieringen bij op het Lisplein met de Liskids en ik werd (enigszins gedwongen) de ‘rondemiss’ voor de wielerronde in Bergpolder en Liskwartier (foto onder). ...Tijdens mijn onderzoek, heb ik 82 interviews gedaan.

De resultaten

Ik heb gemerkt dat individueel gedrag in openbare ruimtes wordt geaccepteerd, nagebootst of als ongewenst wordt gezien, afhankelijk van de culturele identiteit van de persoon. Wanneer bijvoorbeeld vrouwen met hoofddoekjes met hun boodschappen over straat lopen, denken mensen soms dat zij niet in staat zijn om te fietsen of auto te rijden en dus minder onafhankelijk of geëmancipeerd zijn. Maar als een vrouw met hoofddoek een auto bestuurt verandert die mening.

Dit is natuurlijk niet de mening van iedereen, toch zou ik er op willen wijzen, dat er sprake is van veronderstellingen die geassocieerd worden met allochtone personen over hun gedrag in de ruimte. Veronderstellingen die vaak niet met de werkelijkheid overeenkomen.

Een ander onderwerp dat uit mijn onderzoek komt, was het belang van actieve wijkbewoners en ondernemende opbouwwerkers die goede sociale netwerken in de buurt hebben. Dankzij hun inzet in het organiseren van activiteiten op pleinen en straten weten zij buurtbewoners hun huis uit te krijgen en deel te laten nemen aan buurtactiviteiten. Dit soort actieve personen die veel aanwezig zijn en projecten opzetten ben ik ‘superbewoners’ gaan noemen. Vanwege hun kennis van het systeem en hun passie voor een bijzonder project, zijn zij in staat om sneller en effectiever projecten voor en met bewoners te organiseren.

Ik denk dat deze superbewoners de sleutel zijn tot het stimuleren van nabuurschap in de wijk, omdat zij weten welke weg bewandeld moet worden om buurtprojecten te realiseren. Deze mensen hebben meer inzicht in wat de werkelijke wensen van bewoners zijn.

Buurtcentrum Bergpolder

Op verschillende tijden van de dag maakten steeds andere groepen gebruik van ruimtes. Dus kwamen die groepen elkaar nauwelijks tegen. ….Dit is jammer, want het verbinden van bewoners met verschillende achtergronden lijkt juist de doelstelling te zijn van de meeste programma's in de buurt. Het zou beter zijn als dit feit van naast elkaar en niet met elkaar wordt onderkend en dat er opties gezocht voor meer activiteiten die mensen verbinden.

Activeren en betrekken van allochtonen

Het is me opgevallen dat de input van de meeste allochtone bewoners laag is bij verbeteringen van de openbare ruimte, zoals aanleg van geveltuinen, speelplaatsen en het Bergpolder-Zuid project. Het Buurtcentrum en BOL zouden actiever kunnen zijn om bewoners hierbij te betrekken. Bijvoorbeeld om de mening over de ontwikkeling van de buurt te peilen bij deelnemers aan de dagelijkse activiteiten in het Buurtcentrum. ...En ook dat autochtone bewoners weinig doen om allochtone bewoners te betrekken bij hunactiviteiten. Om elkaar beter te leren kennen zou het beter zijn als verschillende bevolkingsgroepen hun eigen culturele identiteit actiever gaan delen met andere bevolkingsgroepen in de openbare ruimte.

Tweerichtingsproces

Tenslotte vind ik het een geweldig idee om workshops te organiseren over hoe je projecten in de buurt kunt realiseren, geleid door mensen met sterke banden met de lokale samenleving en met kennis van het systeem. Als voorbeelden van workshops noem ik: Hoe kun je tuinen voor bewoners en scholieren redden, zoals de schooltuinen aan de Gordelweg? Hoe kun je waardevolle architectonisch erfgoed, zoals de Hofpleinlijn, het Telecom Museum of mooie straatgevels behouden en opknappen of nieuwe functies geven? Hoe kun je belangengroepen assisteren om zichzelf beter te vertegenwoordigen?

Het zou goed zijn als in de Nederlandse benadering van integratie er nadruk op wordt gelegd dat integratie een tweerichtingsproces moet zijn!

Na haar lezing was er gelegenheid voor vragen en opmerkingen.

Thaddeus Müller (foto boven), stadssocioloog verbonden aan de Erasmus Universiteit, stelde de vraag: Wat zou je willen verbeteren? Wat is jouw ideaalbeeld? Jennifer: Ik heb geen echt ideaalbeeld, maar je moet wel streven naar beter.
Thaddeus: Volgens mij gaat het namelijk wel redelijk goed in de wijken. Door sociale woningbouw hebben we in Nederland geen ghetto's, geen gescheiden bevolkingsgroepen. Nederland wordt in het buitenland vaak als ideaalbeeld gezien.
Jennifer: Ik zie wel verbeteringen als bijvoorbeeld activiteiten in het Buurtcentrum niet meer van die gescheiden werelden zijn.

Henk van Ravesteyn, bewoner en bestuurslid van Bewonersorganisatie Liskwartier: Je bekijkt het nu vanuit Bergpolder en Liskwartier, maar het Oude Westen bijvoorbeeld is heel wat minder 'middle of the road'. Jennifer: Ik vind het in Bergpolder en Liskwartier vrij harmonieus. Er is weinig of geen last van hangjongeren en drugs. In het Oude Westen lijken autochtoon en allochtoon meer gescheiden.

Johannes Odé, bewoner Oude Noorden: Is het een probleem als activiteiten in het Buurtcentrum naast elkaar plaatsvinden? Het feest op het Insulindeplein in mei heb ik als een Turks feest ervaren, maar ik vind dat geen probleem.
Jennifer: Het is geen probleem als het goed gaat. Toch zou het goed zijn om meer onderling contact te hebben met als einddoel dat iedereen zich thuis voelt.

De aanwezigen waren het over één ding eens: je hebt goede huisvesting nodig om je er thuis te (gaan) voelen.

Sonia (foto boven), werkzaam als parttime kracht en als vrijwilligster in het Buurtcentrum: We begonnen in het Buurtcentrum met 6 mensen, we hebben er nu 40. Allemaal vrouwen die anders thuis zouden blijven. Het gaat niet alleen om het leren van een andere taal: zij emanciperen zich nu beetje bij beetje in onze maatschappij. Zoals Jennifer al in haar lezing aangaf: er bestaan veel vooroordelen. Zo denkt iedereen - doordat ik een hoofddoek draag - dat ik uit Marokko of Turkije kom. Niet dus: ik ben Portugese.

Thaddeus: Problemen worden vaak te etnisch gemaakt.

Frits, bewoner van het Liskwartier (foto onder): De media kweken afstand, direct contact overbrugt dat. Gezamenlijke activiteiten zorgen voor dat contact.

Frits: Hoe zorgen we voor allochtone superbewoners? Jennifer: Ik ken er al één in de wijk: Harun Degmez! Zoek hem maar op dit weblog.

Henk: Biologen zien diversiteit juist als een goed teken. Het maakt de natuur minder kwetsbaar. Kun je dat ook zo zien bij culturele diversiteit? Jennifer: ik durf dat niet zo te vertalen naar culturele diversiteit, maar je kunt van iedere cultuur leren. Wendelien Lans (nog zo'n superbewoner): Als de stelling die Henk poneert klopt, zou het in het Oude Westen beter moeten gaan dan in Bergpolder of Liskwartier. Het antwoord laat zich raden.

Paulo da Rosa, destijds huisgenoot van Jennifer: Je moet de rol van een sterke autochtone groep niet onderschatten. Waar ik opgroeide, was mijn allochtone familie de uitzondering. Toch voelden we ons daar thuis. Mijn ouders wonen er nog steeds. Nu wonen er veel allochtonen en is de wijk verloederd. Mijn ouders voelen zich er veel minder thuis. Integreren moet van twee kanten komen.


Jennifer als vrijwilliger bij de geveltuinendag.

Ik vond het een goed verhaal en een leuke discussie daarna. Ik deel haar optimisme niet helemaal, maar vond het wel verfrissend hoe zij en een aantal luisteraars naar integratie kijken. De term superbewoner vind ik passend. Zoek op dit weblog, naast Wendelien en Harun, maar eens naar Mirjam, Yvonne, Karin, Henk en dan vergeet ik er nog veel.

Wil je Jennifer's complete voordracht lezen, stuur mij dan een mailtje.
Jennifer: veel succes met afstuderen!

Recente berichten