'Er was eens ...een wijk in Rotterdam Noord. Die heette Bergpolder.'
Theatergroep Bergpolder had ook dit jaar weer een zeer toepasselijk stuk ingestudeerd. Niet voor meerdere voorstellingen zoals in 2011, 2010 en 2009: nu alleen voor het jubileum (zie het vorige bericht). Het stuk was opnieuw van de hand van Rob de Vries; de tekst bij de foto's is uit zijn script.
Als je in het vorige bericht de tekst over het ontstaan van de bewonersorganisatie niet hebt gelezen, dan toch even doen. Dan snap je het stuk beter.
Ambtenaar: Hoe gaat u de Stadsvernieuwing in Bergpolder aanpakken, mijnheer Van der Ploegschaar? Wethouder Ploegschaar: We gaan dat oude Hofpleinlijntje verplaatsen naar het Centraal Station. En we gaan ondergronds. Hier onder de Spoorsingel graven we een tunnel. En dan zo door onder Bergpolder Zuid. Die volkomen verouderde huizenblokken van PWS? Gewoon met de grond gelijk maken die ouwe troep. En de bewoners kunnen toch verhuizen naar Ommoord of de Zevenkamp?
Bewoner Babs heeft gehoord wat de wethouder zei: Ik wil helemaal niet naar Ommoord verhuizen. Ik ga met de buren protesteren tegen de sloop! Ik weet nog een leeg winkeltje op de Bergeslaan waar we kunnen vergaderen.
En zo werd in 1987 de Bewoners Organisatie Bergpolder opgericht. Niet alleen om te protesteren tegen de sloop. Ook werden er plannen gemaakt voor meer groen in de wijk, een sportveld en een buurthuis.
Mevrouw Harika: Alleen de gevels vind ik een beetje saai. Waarom zetten ze daar niet wat meer planten en bloemen voor? (Stemmen: Net zoals in Marokko).
Babs: Hallo, ik ben Babs van de BOB, de Bewoners Organisatie Bergpolder. Wat een leuk idee. Ik zal bij de bewonersorganisatie voorstellen om overal tuintjes voor de huizen te maken. Die noemen we dan eh… (Stemmen: geveltuintjes)
Redactie: Rob de Vries (rechts), de man van het script en regisseur: 'We hadden voor het stuk een kind nodig, maar niemand wilde, dus - ik zeg het er maar even bij - speel ik dat kind. Je bent nooit te oud om dat te spelen.'
Kind Rob: We vervelen ons. Er is niks te doen voor ons. Babs: Laten we eens kijken wat de BOB kan doen. Wat zouden jullie willen? Rob: een klimrek, een zandbak, wipkippen en een Kinderkunstclub. Babs: Wat een leuke ideeën, maar... er is één probleem: wie zal dat betalen?
Goede Vogelaarfee: Zijn we er al Jan Kordaat? Jan Kordaat: Daar is het vliegveld al en daar het Sint Franciscus Gasthuis. Goede Vogelaarfee: Oh en daar zie ik een prachtige kathedraal in noord! Jan Kordaat: Dat is de Bergsingelkerk. Die ligt in het Liskwartier. Goede Vogelaarfee: Oh nee, ik geef alleen geld aan Bergpolder.
Babs: Oh wat een bijzondere vogelsoort. Die heb ik hier nog nooit eerder gezien in onze wijk. Kijken of ze uit mijn hand eten. Ze houdt haar hand op en voorzichtig pikken ze korrels uit haar hand. Jan Kordaat: Oh wat lekker. Babs: Oh, jullie kunnen praten? Goede Vogelaarfee: Ja, ik ben de Goede Vogelaarfee en kom jullie wijk helpen. Ik heb hier zakken met veel geld om de achterstanden weg te werken.
Vertelster: Vanaf die dag bloeide de wijk verder op. Overal werden geveltuinen aangelegd. En op alle pleinen werden speelplaatsen voor de kinderen aangelegd. En op die pleintjes kwamen fonteinen die hoog in de lucht spoten. Vertelster: En als er een winkel leegkwam zorgde de goede fee dat er direct een andere ondernemer zijn zaak opende in het leeggekomen winkelpand.
Vertelster: Om de huizen op te knappen gaf de Goede Vogelaarfee heel veel geld. Goede Vogelaarfee: Ik denk dat ik daar wel twee zakken voor geef. Knap dan ook gelijk dat Van Maanenbad op. En als jullie toch bezig zijn, bouw dan ook overal parkeergarages. Jan Kordaat: Ondergronds graag. Want het parkeren is toch wel het grootste probleem in de wijk, als ik de bewoners zo hoor.
Babs: En hebt u ook wat geld om oude gebouwen te versieren met kunstwerken van Chris Ripken? Jan Kordaat tegen de Goede Fee: Pas op, ze gaan nu wel erg op Vrouwtje Piggelmee lijken. Die vroeg ook steeds meer. Goede Vogelaarfee tegen Babs: Zullen we dat voor volgende keer bewaren? Voorlopig hebben jullie wel genoeg gekregen.
Babs nodigt de Goede Vogelaarfee en Jan Kordaat uit voor een wandeling op de Hofpleinlijn. Er sluiten zich twee verdachte personages bij de groep aan.
Kwade Fee kijkend naar de school en de kerk: Wat zijn dat voor mooie gebouwen daar? Babs (geïrriteerd): Die liggen in het Liskwartier. Kwade Fee: Mag ik ook een plannetje indienen? Goede Vogelaarfee: Als het maar geen geld kost. Kwade Fee: Jan Salie en ik willen dat er een kabelbaan boven de voormalige Hofpleinlijn komt, die aan het eind afbuigt en dan landt op het prachtige Lisplein. Goede Vogelaarfee: Oh nee, daar komt niets van in. Ik geef alleen geld aan plannen van Bergpolder.
Kwade Fee en Jan Salie blijven boven. Kwade Fee is heel boos. Kwade Fee: Mij dwarsbomen. Daar zullen ze nog heel erge spijt van krijgen. We zullen niet eerder rusten tot de hele wijk Bergpolder ......eh (ze is zo kwaad dat ze niet uit haar woorden kan komen). Jan Salie: Rustig nou maar. We verzinnen wel iets ergs. Kom we gaan naar beneden. De Kwade Fee schrikt van een eng ornament. Kwade Fee: Jan Salie, je haalt overal die enge versieringen van de muren. Je weet dat ik daar bang voor ben. Dat wandelpad boven op de oude spoorlijn sluit ik af met een bord: geen toegang: instortingsgevaar.
Kwade Fee: Jaag die Vogelaarfee weg! Ze is knettergek. Geen cent extra voor Bergpolder! Pak haar geld! Jan Salie vecht met Jan Kordaat. Goede Vogelaarfee (bang): Ik denk dat we het geld beter aan andere wijken kunnen geven. Jan Kordaat: Nee we moeten blijven. We kunnen de wijk niet overlaten aan die Kwade Fee en haar Jan Salie. Maar Jan Salie jaagt de Goede Vogelaarfee en Jan Kordaat weg. Vertelster: Vanaf die dag werd het steeds moeilijker om iets in Bergpolder te organiseren.
Babs: Kinderen er komt een optocht. Doen jullie mee? Kind Rob: Nee, we we spelen liever thuis computerspelletjes. De Goede Vogelaarfee geeft stiekem een zak geld aan Babs: Koop ballonnen voor die kinderen, misschien willen ze dan wel meelopen. Maar kijk uit dat de Kwade Fee het niet ziet. Kind Rob loopt mee in de optocht.
Jan
Salie en de Kwade Fee lopen stiekem ook mee. Ze prikken de ballonnen lek. Op
een ballon staat een eng gezicht. De Kwade Fee schrikt er erg van. Kwade Fee (tegen
Jan Salie): Prik dat enge gezicht lek. De kinderen ontdekken dat de Kwade Fee
meeloopt. Iedereen vlucht weg.
Babs (tegen de kinderen): We gaan een wielerwedstrijd houden. Doen jullie ook mee? Kind Rob: Alleen als we mooie prijzen winnen doen we mee. De Goede Vogelaar Fee en Jan Kordaat komen erbij. Ze geven een zak met geld aan Babs. Babs: Jullie kunnen een mooie racefiets winnen. Kind Rob: Oh, dan doen we wel even mee.
Babs belt mensen op die mee kunnen springen. Babs: Hallo Ellen Prins. Je spreekt met Babs van de BOB. Spring je ook mee? Oh van de hoge! Hallo Wil Mason. Alleen als u van de lage plank mag. Met Els? Wat leuk dat je ook meespringt in het bad. Oh samen met Annie. Jullie gaan synchroonspringen. Vergeten jullie je bikini niet! Dag mijnheer Brammerloo. U gaat een bommetje maken? Nou dat zal een flinke plons geven!
Vertelster: Ik durf het bijna niet te vragen, maar zou ik ook mogen springen, van de hoge ja. En gekleed in mijn mooie japon! Ik doe een driedubbele salto. Achterwaarts! Babs: Fantastisch, eh maar wel op eigen risico. We hebben gezien hoe het met Patty Brard en Jody Bernal is afgelopen.
Goede
Vogelaarfee: Hier is een zak met geld voor dit prachtige eigentijds initiatief.
En ik doe ook mee. Ik zal gaan zweefvliegen over het hele bad. En dan duik ik
van grote hoogte zo het water in! En dan redt Jan Kordaat me uit het water.
Kwade Fee tegen Jan Salie: Dit moeten we tegenhouden. Luister goed: doe een duikbril op, we gaan naar de bodem van het bad en dan trekken we precies op het moment dat die oude tante taart haar driedubbele salto maakt, de stop uit het bad. Dat zal een lekkere smak geven hahahaha!
Jan Kordaat heeft het gehoord. Hij vertelt het iedereen. Iedereen pakt stiekem het enge masker. De Kwade Fee en Jan Salie zetten hun duikbrillen op en duiken onder water. Kwade Fee: Gaat die ouwe taart al springen? Jan Salie: Ja ze staat klaar. Trek de stop eruit.
Op dat moment doet iedereen het enge masker op en gaat om de twee heen staan. De Kwade Fee schrikt vreselijk. Kwade Fee: Jan Salie, doe toch iets! Jan Salie: Ik zou niet weten wat ik moet doen. Ze zijn met zijn allen, wij zijn alleen! Kwade Fee: Ach, aan jou heb ik ook helemaal niks Jan Salie. Kwade Fee (smekend): Is er dan niemand van Burenkracht die ons wil helpen?
Goede Vogelaarfee: Als je belooft niet meer zo kwaad te doen en belooft je leven te beteren mag je in het Liskwartier blijven wonen. En jij Jan Salie, jij moet een voorbeeld nemen aan mijn Jan Kordaat. Jan Kordaat: Je mag stage bij me komen lopen. Alleen als je je naam verandert in Jan Stavast. Jan Salie en Kwade Fee: Dat beloven we!
Goede Vogelaarfee: Dan is het nu feest. Vertelster: En dan leven we nog lang en gelukkig in Bergpolder.
Redactie: Rob heeft met dit stuk weer mooi de draak gestoken met de wijk en de krachtwijkinitiatieven!
Babs: Hallo, ik ben Babs van de BOB, de Bewoners Organisatie Bergpolder. Wat een leuk idee. Ik zal bij de bewonersorganisatie voorstellen om overal tuintjes voor de huizen te maken. Die noemen we dan eh… (Stemmen: geveltuintjes)
Redactie: Rob de Vries (rechts), de man van het script en regisseur: 'We hadden voor het stuk een kind nodig, maar niemand wilde, dus - ik zeg het er maar even bij - speel ik dat kind. Je bent nooit te oud om dat te spelen.'
Kind Rob: We vervelen ons. Er is niks te doen voor ons. Babs: Laten we eens kijken wat de BOB kan doen. Wat zouden jullie willen? Rob: een klimrek, een zandbak, wipkippen en een Kinderkunstclub. Babs: Wat een leuke ideeën, maar... er is één probleem: wie zal dat betalen?
Vertelster: Nu woonde er in Den
Haag een goede fee, vlakbij het paleis
van de koningin. Toen de goede fee dit
hoorde, nam ze de gedaante van een Vogelaar
aan en samen met haar knecht Jan Kordaat vloog ze naar Bergpolder.
Goede Vogelaarfee: Zijn we er al Jan Kordaat? Jan Kordaat: Daar is het vliegveld al en daar het Sint Franciscus Gasthuis. Goede Vogelaarfee: Oh en daar zie ik een prachtige kathedraal in noord! Jan Kordaat: Dat is de Bergsingelkerk. Die ligt in het Liskwartier. Goede Vogelaarfee: Oh nee, ik geef alleen geld aan Bergpolder.
Goede Vogelaarfee: Waar kunnen
we landen? Jan Kordaat: Bij de Van Tijenflat. Goede Vogelaarfee: Moeten we
boven op die flat landen? Is dat nou dat beroemde Rijksmonument waar ze het in Den
Haag over hadden? Jan Kordaat: Ik geloof het wel. Wat is er nou zo bijzonder
aan? Goede Vogelaarfee: Het is de eerste Nederlandse hoogbouwflat voor
arbeiders. Voor het eerst kregen gewone mensen ook goede sanitaire
voorzieningen. Jan Kordaat: Nou hij mag wel eens opgeknapt worden. Goede
Vogelaarfee: Precies. Waarom denk je dat ik al dat geld hier kom brengen?
Babs: Oh wat een bijzondere vogelsoort. Die heb ik hier nog nooit eerder gezien in onze wijk. Kijken of ze uit mijn hand eten. Ze houdt haar hand op en voorzichtig pikken ze korrels uit haar hand. Jan Kordaat: Oh wat lekker. Babs: Oh, jullie kunnen praten? Goede Vogelaarfee: Ja, ik ben de Goede Vogelaarfee en kom jullie wijk helpen. Ik heb hier zakken met veel geld om de achterstanden weg te werken.
Vertelster: Vanaf die dag bloeide de wijk verder op. Overal werden geveltuinen aangelegd. En op alle pleinen werden speelplaatsen voor de kinderen aangelegd. En op die pleintjes kwamen fonteinen die hoog in de lucht spoten. Vertelster: En als er een winkel leegkwam zorgde de goede fee dat er direct een andere ondernemer zijn zaak opende in het leeggekomen winkelpand.
Goede Vogelaarfee: Hier is een zak geld om een grote actie
op te zetten om de ondernemers in Bergpolder te steunen. Jan Kordaat: Die actie
kunnen jullie Bergpolder onderneemt noemen.
Goede Vogelaarfee: Nou Jan, ik denk dat de ondernemers vast een
originelere naam voor die actie kunnen verzinnen.
Vertelster: Om de huizen op te knappen gaf de Goede Vogelaarfee heel veel geld. Goede Vogelaarfee: Ik denk dat ik daar wel twee zakken voor geef. Knap dan ook gelijk dat Van Maanenbad op. En als jullie toch bezig zijn, bouw dan ook overal parkeergarages. Jan Kordaat: Ondergronds graag. Want het parkeren is toch wel het grootste probleem in de wijk, als ik de bewoners zo hoor.
Babs: En hebt u ook wat geld om oude gebouwen te versieren met kunstwerken van Chris Ripken? Jan Kordaat tegen de Goede Fee: Pas op, ze gaan nu wel erg op Vrouwtje Piggelmee lijken. Die vroeg ook steeds meer. Goede Vogelaarfee tegen Babs: Zullen we dat voor volgende keer bewaren? Voorlopig hebben jullie wel genoeg gekregen.
Babs:
Ach, hebt u niet een zak geld voor de Hofpleinlijn. Daar hebben we zulke leuke
plannen voor. Goede Vogelaarfee: Oké. Als jullie me beloven er iets heel moois
van te maken. Vertelster: En zo geschiedde het. Toen de Hofpleinlijn eindelijk
dicht ging, werd er ogenblikkelijk een prachtig wandelpad bovenop gebouwd, waar
de mensen veel plezier aan beleefden. De wijk ging steeds meer op Parijs
lijken.
Babs nodigt de Goede Vogelaarfee en Jan Kordaat uit voor een wandeling op de Hofpleinlijn. Er sluiten zich twee verdachte personages bij de groep aan.
Babs: Wie zijn jullie als ik vragen mag? Kwade Fee (met een hele
lieve stem): Wij zijn buurtbewoners uit Liskwartier. Zouden wij voor een keer
ook mee mogen doen met een activiteit uit Bergpolder? Babs: Goed, de spoorlijn
loopt tenslotte ook langs Liskwartier!
Vertelster: Die twee waren helemaal geen bewoners uit
Liskwartier. Het waren de Kwade Fee en haar knecht Jan Salie. Ze hadden niet
veel goeds in de zin. Babs vertelt over het voormalige station en de plannen er
een bioscoop van te maken. En over het Insulindeplein met parkeergarage en
kunstwerken.
Kwade Fee kijkend naar de school en de kerk: Wat zijn dat voor mooie gebouwen daar? Babs (geïrriteerd): Die liggen in het Liskwartier. Kwade Fee: Mag ik ook een plannetje indienen? Goede Vogelaarfee: Als het maar geen geld kost. Kwade Fee: Jan Salie en ik willen dat er een kabelbaan boven de voormalige Hofpleinlijn komt, die aan het eind afbuigt en dan landt op het prachtige Lisplein. Goede Vogelaarfee: Oh nee, daar komt niets van in. Ik geef alleen geld aan plannen van Bergpolder.
Kwade Fee en Jan Salie blijven boven. Kwade Fee is heel boos. Kwade Fee: Mij dwarsbomen. Daar zullen ze nog heel erge spijt van krijgen. We zullen niet eerder rusten tot de hele wijk Bergpolder ......eh (ze is zo kwaad dat ze niet uit haar woorden kan komen). Jan Salie: Rustig nou maar. We verzinnen wel iets ergs. Kom we gaan naar beneden. De Kwade Fee schrikt van een eng ornament. Kwade Fee: Jan Salie, je haalt overal die enge versieringen van de muren. Je weet dat ik daar bang voor ben. Dat wandelpad boven op de oude spoorlijn sluit ik af met een bord: geen toegang: instortingsgevaar.
Kwade Fee: Als er een winkel leegkomt zorgen we ervoor dat
hij leeg blijft. Jan Salie: Nee, ik weet wat beters. We doen er een winkel in die
je eerder op de Wallen in Amsterdam verwacht. Kwade Fee: Oh ja, zo’n sexwinlel naast ieder
kinderdagverblijf. (Ze lachen gemeen) En als er een bewonersvergadering komt,
zorg ik dat alle mensen de geest van Jan Salie hebben. Dan komt er bijna niemand meer. En die kinderkunstclub ga
ik sluiten.
Kwade Fee: Jaag die Vogelaarfee weg! Ze is knettergek. Geen cent extra voor Bergpolder! Pak haar geld! Jan Salie vecht met Jan Kordaat. Goede Vogelaarfee (bang): Ik denk dat we het geld beter aan andere wijken kunnen geven. Jan Kordaat: Nee we moeten blijven. We kunnen de wijk niet overlaten aan die Kwade Fee en haar Jan Salie. Maar Jan Salie jaagt de Goede Vogelaarfee en Jan Kordaat weg. Vertelster: Vanaf die dag werd het steeds moeilijker om iets in Bergpolder te organiseren.
Babs: Kinderen er komt een optocht. Doen jullie mee? Kind Rob: Nee, we we spelen liever thuis computerspelletjes. De Goede Vogelaarfee geeft stiekem een zak geld aan Babs: Koop ballonnen voor die kinderen, misschien willen ze dan wel meelopen. Maar kijk uit dat de Kwade Fee het niet ziet. Kind Rob loopt mee in de optocht.
Babs (tegen de kinderen): We gaan een wielerwedstrijd houden. Doen jullie ook mee? Kind Rob: Alleen als we mooie prijzen winnen doen we mee. De Goede Vogelaar Fee en Jan Kordaat komen erbij. Ze geven een zak met geld aan Babs. Babs: Jullie kunnen een mooie racefiets winnen. Kind Rob: Oh, dan doen we wel even mee.
Jan Salie heeft het afgeluisterd. Hij vertelt het tegen de Kwade
Fee. Jan Salie: Het lukt hoor, ze worden steeds lamlendiger. Maar ze hebben
geld om de kinderen te lokken voor de wielerronde. Kwade Fee: Hoe kunnen we het
dan nog tegenhouden? Jan Salie: Spijkers op de weg. Ze leggen spijkers op het
parcours, maar ze worden betrapt. En weggejaagd omdat iedereen een eng gezicht
trekt.
Vertelster: Het wordt steeeds moeilijker om nog iets te
organiseren. De mensen zijn steeds lamlendiger. Ze hangen allemaal voor de
televisie en kijken naar programma’s als ‘Boer zoekt vrouw’ of ‘Sterren
Springen'. Babs komt lusteloos op. Jan Kordaat: Waarom doe je ook niet zoiets
in het Van Maanenbad? Babs: Oh ja Badmeester zoekt vrouw!!! Jan Kordaat: Nee,
ik bedoel Sterren Springen in het Bad. Jan Kordaat: Ik zorg wel dat de Goede
Vogelaar Fee geld geeft enne... misschien springt ze zelf ook wel mee.
Babs belt mensen op die mee kunnen springen. Babs: Hallo Ellen Prins. Je spreekt met Babs van de BOB. Spring je ook mee? Oh van de hoge! Hallo Wil Mason. Alleen als u van de lage plank mag. Met Els? Wat leuk dat je ook meespringt in het bad. Oh samen met Annie. Jullie gaan synchroonspringen. Vergeten jullie je bikini niet! Dag mijnheer Brammerloo. U gaat een bommetje maken? Nou dat zal een flinke plons geven!
Vertelster: Ik durf het bijna niet te vragen, maar zou ik ook mogen springen, van de hoge ja. En gekleed in mijn mooie japon! Ik doe een driedubbele salto. Achterwaarts! Babs: Fantastisch, eh maar wel op eigen risico. We hebben gezien hoe het met Patty Brard en Jody Bernal is afgelopen.
Kwade Fee tegen Jan Salie: Dit moeten we tegenhouden. Luister goed: doe een duikbril op, we gaan naar de bodem van het bad en dan trekken we precies op het moment dat die oude tante taart haar driedubbele salto maakt, de stop uit het bad. Dat zal een lekkere smak geven hahahaha!
Jan Kordaat heeft het gehoord. Hij vertelt het iedereen. Iedereen pakt stiekem het enge masker. De Kwade Fee en Jan Salie zetten hun duikbrillen op en duiken onder water. Kwade Fee: Gaat die ouwe taart al springen? Jan Salie: Ja ze staat klaar. Trek de stop eruit.
Op dat moment doet iedereen het enge masker op en gaat om de twee heen staan. De Kwade Fee schrikt vreselijk. Kwade Fee: Jan Salie, doe toch iets! Jan Salie: Ik zou niet weten wat ik moet doen. Ze zijn met zijn allen, wij zijn alleen! Kwade Fee: Ach, aan jou heb ik ook helemaal niks Jan Salie. Kwade Fee (smekend): Is er dan niemand van Burenkracht die ons wil helpen?
Goede Vogelaarfee: Als je belooft niet meer zo kwaad te doen en belooft je leven te beteren mag je in het Liskwartier blijven wonen. En jij Jan Salie, jij moet een voorbeeld nemen aan mijn Jan Kordaat. Jan Kordaat: Je mag stage bij me komen lopen. Alleen als je je naam verandert in Jan Stavast. Jan Salie en Kwade Fee: Dat beloven we!
Goede Vogelaarfee: Dan krijgen jullie ook een zak met geld om volgend jaar het 35-jarig jubileum van Liskwartier te vieren. Kwade Fee: Doen jullie dan nu die enge maskers weg?
Goede Vogelaarfee: Dan is het nu feest. Vertelster: En dan leven we nog lang en gelukkig in Bergpolder.
Redactie: Rob heeft met dit stuk weer mooi de draak gestoken met de wijk en de krachtwijkinitiatieven!